Trademark Office BV, het Groningse bedrijfje van Jonathan O en Boy H, is gister door de kantonrechter wederom veroordeeld voor bedrog.
Het bedrijfje, dat ook opereert onder de naam Bok-Bright, is in een civiele procedure veroordeeld door de rechter. De rechter maakt korte metten met hun misleidende werkwijze en neemt het ze ook kwalijk dat ze misbruik maken van procesrecht.
Zelf heb ik deze oplichters ook wel eens aan de telefoon gehad en hun wazige verhaal vol onwaarheden en bullshit aangehoord. Vandaar dat ik het leuk vind om deze blog over hen te schrijven.
Werkwijze van Trademark Office / Bok-Bright
Trademark Office belt ondernemers ongevraagd op. Ze hangen een verhaal op dat een concurrent van de ondernemer een domeinnaam gelijkend op die van hem wilt registreren. Als de ondernemer www.[naam].nl in bezit heeft, dan doet Trademark Office alsof een concurrent bijvoorbeeld www.[naam].org wilt registreren. Ze doen dan alsof ze de mogelijkheid hebben om dat te voorkomen, als de ondernemer meteen aan de telefoon beslist dat zij voor hem de domeinnaam mogen vastleggen. Trademark Office BV legt de domeinnaam dan gelijk voor een zeer lange periode tegen een zeer hoge prijs vast. Ze vragen honderden euro’s, terwijl de ondernemer dat zelf voor slechts enkele euro’s had kunnen doen.
In werkelijkheid is er helemaal geen concurrent die de domeinnaam wilt registreren. De gedupeerde ondernemers beroepen zich daarom op dwaling en bedrog in de civiele procedure, waarin de rechter gister uitspraak deed.
Het verloop van de laatste rechtszaak
Dit is niet de eerste rechtszaak die Boy en Jonathan aan hun broek krijgen. Zo zijn ze op 28 augustus 2018 al bij verstek veroordeeld voor hun bedrog. Tegen dat vonnis hebben de jochies van Trademark Office een verzetdagvaarding ingesteld. De uitspraak daarvan was dus gisteren.
In de rechtszaak hebben een groep gedupeerden van Trademark Office zich verenigd en een aanklacht ingediend. De gedupeerden menen dat de mondelinge overeenkomst die tot stand gekomen is, gebaseerd is op bedrog, dwaling en misbruik van omstandigheden. Trademark Office zegt aan de telefoon namelijk dat zij een ‘attendatieplicht’ heeft. Volgens Trademark Office zijn zij verplicht om de houder van de .nl domeinnaam op te bellen en ze de mogelijkheid te bieden om de andere domeinnaam te registreren. Dat moest volgens hen dan wel binnen 24 uur gebeuren, vandaar dat de ondernemer telefonisch meteen akkoord moest geven.
Deze zogenaamde ‘attendatieplicht’ werd ook genoemd in brieven die Trademark Office stuurde naar haar slachtoffers, op het moment dat een slachtoffer de mondelinge overeenkomst wilde ontbinden. In de brief staat: “Echter, zoals ik reeds aan u heb laten weten hebben wij een attendatie plicht welke wij onverwijld en telefonisch uitvoeren, wij kunnen dan ook niet anders dan u ongevraagd en onaangekondigd te contacteren. “
In deze brief spreken ze er ook over dat zij de domeinnaam enkele dagen in quarantaine kunnen houden en dat er dus wel degelijk bedenktijd zou zijn op de overeenkomst.
Het verweer van Trademark Office
Ze vonden dat de ‘attendatieplicht’ een term is die bij hen intern gebruikt wordt. Ook stelde ze dat een ieder de domeinnaam zou kunnen registreren en dat er geen sprake was van een derde die interesse zou hebben in de domeinnaam, bekend was bij hen. Er zou alleen gezegd zijn dat er een mogelijkheid was dat dat zou kunnen gebeuren. Verder vonden ze dat de gedupeerden alle tijd gehad zouden hebben om zich te bedenken.
De beoordeling van de rechter
De rechter vindt het standpunt van Trademark Office ongeloofwaardig. Haar standpunt is namelijk op meerdere punten in strijd met de brieven die ze naar de slachtoffers verzonden hebben. Zo wordt er in de brief duidelijk gesproken over de attendatieplicht en doet Trademark Office voorkomen alsof zij die plicht heeft, terwijl ze dat in werkelijkheid helemaal niet heeft.
Ook spreken ze in de brief over dat ze de domeinnaam meerdere dagen in quarantaine zou kunnen houden. Ook dat is in strijd met de werkelijkheid; een domeinnaam is niet in quarantaine te houden.
Verder had Trademark Office in haar eerste verzetsdagvaarding vermeld dat er bij hen signalen binnen gekomen waren dat een derde de domeinnaam zou willen registreren. Bij de comparitie heeft ze dat standpunt verlaten. Ze is dus niet consistent geweest in haar standpunt.
Het feit dat Trademark Office haar eigen brieven tegenspreekt en haar eigen standpunt veranderd heeft gedurende de rechtszaak, maakt het voor de rechter aannemelijk dat ze niet de waarheid spreken. Ze zijn verstrikt geraakt in hun eigen leugens. De argumenten van Boy en Jonathan worden dus verworpen en de rechter volgt de gedupeerden in hun standpunt, welke wel consistent is.
De drie zaken die Trademark zegt aan de telefoon (de attendatieplicht, de quarantaine en de derde die interesse zou hebben) kwalificeert de rechter als bedrog. Daarom stelt ze de gedupeerden in het gelijk en wordt Trademark veroordeeld.
Misbruik van procesrecht
De rechter gaat echter nog verder. Trademark Office was immers op 28 augustus al veroordeeld. Daartegen heeft Trademark verzet ingesteld. Echter heeft Trademark Office haar slachtoffers willens en wetens misleid. De rechter vindt daarom dat Trademark Office het bij de eerste uitspraak had moeten laten en de mondelinge overeenkomsten had moeten vernietigen. Door dat niet te doen, heeft Trademark Office haar gedupeerden opzettelijk op nog meer kosten gejaagd, terwijl het evident was dat de gedupeerden gelijk hadden. De rechter oordeelt dat Boy en Jonathan daarmee onrechtmatig gehandeld hebben jegens hun slachtoffers en misbruik gemaakt hebben van hun procesrecht. Ze worden daarom veroordeeld tot het betalen de werkelijke proceskosten van de gedupeerden, in plaats van alleen het liquidatietarief.
“Het zijn criminelen”
Het Dagblad van het Noorden heeft kort geleden enkele ex-werknemers van Boy H en Jonathan O geïnterviewd. Die omschrijven een vijandige sfeer en noemen hun voormalige werkgevers crimineel. Het belscript zit vol met leugens, aldus de ex-werknemers. Het hele artikel is hier te lezen.
Boy verklaarde eerder, in een uitzending van het TV programma Kassa, al dat een andere verloren rechtszaak hem niet zo veel deed. Het interesseert hem blijkbaar niet hoe hij hardwerkende ondernemers dupeert met zijn fraude. Ook Jonathan is recent geïnterviewd door DvhN en zegt daarin dat hij zichzelf nog recht aan kan kijken in de spiegel. Gelet op hoe overduidelijk hun bedrog is, hebben deze twee jochies overduidelijk geen geweten. (EDIT Extrabonus; Jonathan vergelijkt zijn Trademark Office graag met de gangsters uit de hitserie Peaky Blinders. Sjiek hoor!)
Talentloze figuren zoals deze twee zullen daarom niet opeens hun leven gaan beteren, vermoed ik zo. Bij vergelijkbare bedrijven zie je vaak dat een handels- of bedrijfsnaam aangepast wordt, het belscript iets aangepast wordt en er vervolgens doodleuk verder gegaan wordt met de wanpraktijken. Ik ben benieuwd waar ze nu mee gaan komen.
Ze zijn weer bezig helaas, vandaag weer gebeld, elk jaar worden we wel weer gebeld. Als je op aanspreekt, en ja ik was heel direct, voelen ze zich beledigt en doen ze alsof hun neus bloed. Triest dat dit zo mag door gaan.
Mooi geschreven artikel, deze is na een jaar nog steeds relevant